Ouderlijk huis in middeleeuws Utrecht

Google Earth view van ouderlijk huisMijn ouderlijk huis staat in de Wittevrouwenstraat  17 in Utrecht. Dat pand was bij mijn geboorte al ruim vijftig jaar in bezit van de familie. Het waren drie huizen achter elkaar. Er was mij altijd verteld dat het voor- en achtergedeelte uit de 14e eeuw stamde en het middengedeelte uit de 16e eeuw. Dat middelste huis behoorde in de middeleeuwen als achterhuis tot Keizerstraat 59.

Middeleeuwse panden met niveauverschil

Tussen het midden- en het achtergedeelte was niveauverschil. Daar was een opgang van vier treden zoals je dat in meer oude huizen ziet. Bij die doorgang kon je ook zien dat de muren dik waren. De oudheid van het pand geloofde ik niet meer nadat ik veel later las dat het paleis van Lodewijk Napoleon, verderop in de straat, in 1808 was opgeleverd.

Indeling Ouderlijk huis

Het geheel had twee verdiepingen met op alle drie de delen een zolder met schuin dak. De kamerindeling van het geheel bestond uit twee woonkamers, drie keukens, twee badkamers, zes slaapkamers waarvan één met ingebouwde douchecabine, twee werkkamers en twee zolderkamers. Verder was er nog een winkelruimte, een werkplaats aan het middengedeelte en een kelder onder het voorste huis.

Er waren vier ingangen. Twee daarvan bevonden zich aan de voorkant, waarvan één naar de winkel. In de Keizerstraat was een ingang dat via een halfopen gangetje uitkwam in de werkplaats.

Keizerstraat

In een gang naar het achterhuis was een ingang vanuit een binnenplaats bij de Kloksteeg. Deze laatste entree was in 1980 gemaakt toen er woningen kwamen op de plek waar voorheen huizen en gebouwen in de Keizerstraat hadden gestaan. Die panden waren gesloopt om studentenwoningen te maken. Een van de gesloopte panden was voorheen de drukkerij van het Utrechts Nieuwsblad.

Een ander pand was op dat moment van distilleerderij Staffhorst op Keizerstraat 59. De distilleerderij was sinds 1974 niet meer in gebruik, nadat het gehele bedrijf Staffhorst was verkocht aan Henkes. Mijn broertjes en ik hebben in onze jeugd regelmatig geholpen bij het vullen van de diverse dranken.

Het gebouw van Staffhorst was ooit van mijn grootvader, die daar een slachterij had. Dat pand was verbonden met de twee huizen van Wittevrouwenstraat 17. Mijn opa verkocht het pand mogelijk in 1950, volgens mijn vader toen hij niet meer zelf mocht slachten. Bij die verkoop werd het achterhuis behouden en bij Wittevrouwenstraat 17 getrokken.

Flamande

De kelder onder het voorhuis van het ouderlijk huis

Ik als bijna drie jarige in de kelder onder het voorhuis

De woonkamer van het bovenhuis bestond uit drie delen, een voor- en achterkamer en een tussenkamer. In die tussenkamer was een schacht naar het dak. Daarvan werd verteld dat zo’n tussenkamer in de Middeleeuwen werd gebruikt als opslagplaats van spullen die via het dak werden aangeleverd.

Flauwekul waarschijnlijk, evenals het bouwjaar. Een Fransman vertelde me ooit dat zoiets in een tussenkamer een lichtschacht is dat in Frankrijk ‘flamande’ of ‘hollandaise’ wordt genoemd.

Huis binnen de singels

In het boek ‘Utrecht – Huizen binnen de singels’ van Marceline Dolfin, E.M. Kylstra en Jean Penders (Zeist, 1989) staat het volgende tekstje over mijn ouderlijk huis.

Wittevrouwenstraat 17 Een middeleeuws diep huis bestaande uit twee bouwlagen, een kelder en een zadeldak. Boven de verdieping ligt een samengestelde balklaag met aan de achterzijde een peerkraal sleutelstuk. De kelder bestaat uit twee tongewelven naast elkaar, gescheiden door een muur waarin vier bogen zijn aangebracht. Bij dit huis hoort als achterhuis de achterhelft van het middeleeuwse huis, voorheen Keizerstraat 59. Dit betreft een niet onderkelderd deel van een diep huis van twee bouwlagen met een zadeldak. Hierin was vroeger een deel van de 16de-eeuwse klokken- en geschutsgieterij van Jan Tolhuys gevestigd, waaraan de Kloksteeg nog zijn naam dankt.

Meer eerders bewoners

Een eerdere bewoner van het pand was Robert Fruin. Hij was de eerste Nederlandse historicus die geschiedenis als wetenschap beoefende. Tijdens zijn verblijf in Utrecht woonde hij een tijd in bij de stalhouder J. Burgers en diens echtgenote P. Lambooy. Zij woonden Wittevrouwenstraat 17 van 1840 tot 1851.

Zie ook: